Het biobased gehalte: wat zegt dat nu eigenlijk?

Woensdag 29 april 2020

Steeds meer verffabrikanten vermelden het aandeel biobased grondstoffen van hun verven op de verpakking, productinformatie en websites. Op zich een goede zaak: hoe meer gebruik van herwinbare grondstoffen, hoe beter. Maar wat zegt zo’n gehalte nu precies? En waar moet je op letten als je de verschillende percentages en samenstellingen van verfproducten vergelijkt? We leggen het uit in dit blog.

Auteur: Ron Hulst, Manager R&D Koninklijke Van Wijhe Verf

Verf bestaat uit verschillende ingrediënten zoals pigmenten, vulmiddelen, conserveermiddelen, bindmiddelen en oplos- en/of verdunningsmiddelen. Bij biobased verven zijn de grondstoffen die op aardolie zijn gebaseerd (voornamelijk bind- en oplosmiddelen) deels vervangen door herwinbare materialen die snel groeien. En dat alles mét behoud van kwaliteit en verwerkingseigenschappen van de verf, dat is het uitgangspunt

Berekenen of meten

Om het biobasedgehalte van verven te kunnen beoordelen en vergelijken, moet je weten hoe het is berekend of gemeten. Hiervoor zijn namelijk verschillende methodieken in omloop, die verschillende uitkomsten opleveren.

 

Het zal niemand verbazen dat verfproducenten vaak de voor hen meest gunstige methode hanteren. En dat is vrij verwarrend, want zo liggen de appels en peren allemaal kriskras in het schap.

 

Massabalansmethodiek

De eerste manier om tot een biobasedgehalte te komen is door het te berekenen. In dit geval wordt gekeken naar de uitkomsten van een heel (productie)proces, waarbij de in- en uitgaande stroom van herwinbare materialen met elkaar wordt verrekend. Hier rolt uiteindelijk een percentage uit dat aan producten mag worden toegekend. Oók als een bepaald product nauwelijks herwinbare grondstoffen bevat. Ingewikkeld? Behoorlijk. Toch is het in o.a. Duitsland een geaccepteerde methode.

 

Koolstofdatering

Koolstofdatering

In plaats van een biobasedgehalte te berekenen, kun je het ook daadwerkelijk meten in het product zelf. Dat kan door middel van koolstofdatering oftewel 14C analyse. Een methode die ook wordt gebruikt in de archeologie en kunsthistorie om de oudheid van objecten en (grond)stoffen te bepalen. In dat geval wordt op basis van de inhoud vastgesteld hoeveel procent van het materiaal bestaat uit grondstoffen die jonger zijn dan 10 jaar. Dat zijn de plantaardige gewassen, oftewel de herwinbare grondstoffen. Deze meetmethode is concreter dan de massabalansmethodiek en voor iedereen te controleren. Toch schuilt ook hier een addertje onder het gras. Want waarover bereken je het biobasedpercentage?

 

TOC of TC

Je kunt een biobasedgehalte vaststellen als percentage van alleen de organisatie koolstoffen in de verf (bindmiddelen en oplosmiddelen) of als percentage van de totale verf inclusief pigmenten, vulstoffen en dergelijke. Een aantal verffabrikanten hanteren de eerste methode, het Total Organic Carbon percentage (TOC). Andere producenten, waaronder ook de Koninklijke Van Wijhe Verf kiezen voor de tweede manier, het Total Carbon Percentage (TC).

Dit verklaart waarom sommige merken een hoger biobased gehalte claimen dan andere. Controleer daarom bij verrassend hoge biobased percentages altijd de gehanteerde methodiek en beoordeel daarna de uitkomst op zijn waarde.

Biobased gehalte versus CO2 footprint

Rest tenslotte de vraag in hoeverre het biobased gehalte iets zegt over de duurzaamheid van een product. Het zegt iets over de herwinbaarheid van de grondstoffen, dat staat vast. Maar een hoog biobased gehalte betekent niet automatisch een lage(re) CO2 footprint.

Een duurzame verf is een optelsom van drie factoren: biobased grondstoffen, een lange levensduur en een zo laag mogelijke CO2 footprint. 

Meer nieuwsartikelen

Volg Ralston op social media

Voor nieuws, advies en inspiratie

Direct contact?

+31 38 429 11 00

Ma – Vrij 08:00 – 17:00 uur

Nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief​.